De schaarsteval

Dit artikel bespreekt het concept van de schaarsteval zoals uiteengezet in het boek “Schaarste. Hoe gebrek aan tijd en geld ons gedrag bepalen” van de auteurs Sendhil Mullainathan (Harvard economoon) en Eldar Shafir (Princeton psycholoog). In twee verdere artikels wordt gekeken naar hoe schaarste de cognitieve bandbreedte en zelfcontrole beperkt, en naar armoede als schoolvoorbeeld van schaarste. De auteurs bieden een nieuw perspectief op het menselijk gedrag in tijden van schaarste, en hierdoor een nieuwe kijk op armoedebestrijding.

The poor stay poor, the lonely stay lonely, the busy stay busy, and diets fail. Scarcity creates a mindset that perpetuates scarcity

Koyambedu markt, Chennai, India

Een 2500 tal straatverkopers brengen hun goederen aan de man. De stock die ze ’s ochtends inslagen voor 1000 roepie trachten ze te verkopen voor 1100 roepie. Deze handel heeft twee inputs, nl. de tijd van de verkoper en 1000 roepie per dag. Echter, meer dan de helft van deze marktkramers beschikt niet over een kapitaal van 1000 roepie: ze lenen dit geld iedere dag opnieuw tegen 5% rente. Dit komt neer op 50 roepie, ofwel de helft van de totale dagwinst.

Uit onderzoek blijkt dat de meeste straatverkopers die lenen zich iedere dag ’trakteren’ op een item ter waarde van 5 roepie (vb. een kop thee). Stel dat de verkoper deze aankoop on hold zet met het doel om op termijn niet meer dagelijks te lenen. Op het eerste zicht kost hem dit 200 dagen terwijl het in feite gaat om (slechts) dertig dagen. Kortom, door op een kleine kost dertig dagen te sparen wordt de business van de straatverkoper schuldvrij. Toch blijkt uit onderzoek dat zeer weinig straatverkopers van dit model gebruik maken.

Deze marktkramers vormen een treffende illustratie van de ‘schaarsteval’, nl. een situatie waar menselijk gedrag bijdraagt tot schaarste (Mullainathan & Shafir, 2013, 125). De schaarste mindset zorgt ervoor dat mensen in armoede ‘jongleren’: telkenmale een bal dreigt te vallen – het probleem is belangrijk maar vooral dringend –  zullen ze handelen om het meest acute obstakel uit de weg te ruimen zonder verder vooruit te kijken. Dit is wat Mullainathan & Shafir omschrijven als de tunnelvisie die getriggerd wordt door schaarste. Ondanks gelijke startmiddelen is het mogelijk dat bepaalde individuen permanent achterlopen met betalingen en ‘jongleren’ ten opzichte van mensen die wel mooi op schema blijven. Onderzoek heeft uitgewezen dat mensen die het verwachte schema aanhouden (planners) een grotere kans hebben om meer bezit te accumuleren bij gelijke startmiddelen.

We denken maar aan een student die de eerste weken van het academische jaar mist en daardoor een semester lang achter de zaken aan holt. Dit zal hem/haar een gevoel van tijdschaarste geven en zich uiten in meer werkuren. Immers, de student die wel het tijdschema van de lessen respecteert zal geen gevoel van tijdschaarste ervaren en zal zelfs efficiënter zijn tijd kunnen inzetten ten opzichte van zijn medestudent. Uiteindelijk is de kans hoog dat dit ‘verschil’ zich uiteindelijk zal uiten in de examenscores. Samenvattend kunnen we stellen dat ‘constant een stap achter zijn’ en ‘jongleren’ de twee belangrijkste dimensies vormen van de schaarsteval.

 De schaarsteval doorbreken …

Nu we de dynamiek van de schaarsteval ruwweg ontrafeld hebben is de volgende vraag evident: hoe kom je uit deze vicieuze cirkel? Wel, de oplossing klinkt eenvoudig: je stelt een plan op met als doel de schaarste te overwinnen. Concreet komt dit neer op:

Een plan opstellen — De schaarste mindset bemoeilijkt het opstellen van een plan, nl. door a) het inherente verlies aan cognitieve capaciteit en b) het plan niet dringend maar belangrijk is zodat het risico op jongleren reëel is. “Het uitwerken van een haalbare lange termijn visie valt duidelijk buiten de tunnel.” Dit plan is complex. We denken maar even terug naar de marktkramers in Chennai. De geopperde oplossing – twintig dagen lang vijf roepie per dag sparen – is een simplificatie van de werkelijkheid. Immers, is dit werkelijk de beste strategie? Of zet de marktkramer best meer opzij op goede verkoopdagen? En wat met dagen wanneer de koopman echt geld nodig heeft (vb. in geval van ziekte)? Dit voorbeeld illustreert goed dat het identificeren van de optimale ‘way out’ geen eenvoudige uitdaging is.

Het plan uitvoeren — Net zoals bij het opstellen van het plan wordt het uitvoeren er van beperkt door de schaarste mindset. Naast de beperking van de menselijke bandbreedte en de kans op jongleren is er een sterke zelfcontrole vereist: er is geen ruimte voor extra (= niet-essentiële) uitgaven. Het grootste risico is dat er een externe schok komt die maakt dat de persoon terug uit evenwicht wordt geslagen, vb. je krijgt plotseling een stevige parkeertboete die maakt dat er terug geleend moet worden etc. . Deze schok kan ook intern veroorzaakt worden, bijvoorbeeld door op een dag toch de zelfcontrole te verliezen en onnodige uitgaven te doen. 

… maar voor hoelang?

Hoe duurzaam is deze transitie? Ofwel, als onze marktkramer uit Chennai er in slaagt om de schaarsteval te doorbreken, nl. schuldenvrij worden, kunnen we dan van een structurele verandering in zijn leven spreken? Zal hij ooit hervallen in schuld? Mullainathan & Shafir (2013, 132-136) namen de proef op de som: de helft van de marktkramers kreeg een vrijkaart. De onderzoekers betaalden al hun schulden af, in ruil werden ze een jaar gemonitered. Na enkele maanden hervielen, langzaam maar zeker, alle marktkramers in schulden. Op het einde van het jaar haden ze gezamenlijk een gelijke schuldenlast opgebouwd ten opzichte van de controlegroep, die geen financiële hulp had gekregen.

Dit experiment brengt ons bij de kern van het probleem: een gebrek aan speling. Zelfs na de cash injectie leefden de handelaren nog altijd maar met een budget van 2 US dollar per dag. Dit budget heeft te weinig marge om externe schokken op te vangen zodat ze niet meer moeten gaan lenen. Scherp gesteld, het is een kwestie van tijd voor ze terug in extreme armoede belanden. Het leven in armoede is volatiel: mensen met een 2 dollar budget hebben dagen van 1 – en dagen van 3 dollar. Ze hebben vaak meerdere onstabiele jobs die per uur betaald worden.

Geld geven is geen structurele oplossing. Eerder hebben we nood aan instrumenten die duurzame buffers vormen tegen externe schokken (vb. betaalbare verzekeringen).

———————————————————————————————————————————————————————

Meer lezen

Mullainathan, S. & Shafir, E.: Scarcity. Why Having Too Little Means So Much, 2014, Times Books Henry Holt and Company, New York, 288.