Aandacht besteden aan kinderarmoede?

Verschuiving van armoede naar kinderarmoede

Hoewel er de laatste jaren veel aandacht is besteed  aan armoede, heeft dit niet het gewenste effect gehad. Hierdoor wordt nu geprobeerd om het probleem bij de kern aan te pakken en is de aandacht verschoven van de bestrijding van armoede naar de bestrijding van kinderarmoede. De hoop is dat kinderen van arme ouders op deze manier op latere leeftijd niet meer arm zouden zijn waardoor de armoedecyclus doorbroken kan worden. Hoe jonger een kind in een armoedesituatie terecht komt, hoe groter de gevolgen zijn van deze armoede. Deze gevolgen zijn op latere leeftijd moeilijk in te halen en blijven dus ook op volwassen leeftijd doorwerken. Bovendien komen er dan problemen bij op het vlak van bijvoorbeeld huisvesting en werkloosheid. Preventie van armoede wordt goedkoper geacht dan proberen de complexe problematiek op latere leeftijd op te lossen.

Er is momenteel ook een discussie gaande over de ‘undeserving poor’: armen die zelf schuld zouden hebben aan hun situatie en het daardoor niet verdienen om geholpen te worden. Bij kinderen is hier geen sprake van, omdat niemand vindt dat kinderen verantwoordelijk zijn voor de armoede van hun ouders. Dit is een andere reden waarom er een verschuiving richting kinderarmoede is ontstaan.

Het is echter geen uitgemaakte zaak dat het een goed idee is om de aandacht volledig te verschuiven naar kinderarmoede. Uit onderzoek blijkt immers dat het doorgeven van armoede van generatie op generatie maar een zeer klein deel van de armoedeproblematiek verklaart. Andere factoren zijn vaak belangrijker dan geld: gezinsachtergrond, opvoeding en ontwikkeling in de eerste levensjaren. Deze worden hieronder verder besproken. Een ander probleem is het feit dat het niet mogelijk is om gelijke kansen van gelijke uitkomsten de onderscheiden: iemand die gelijke kansen krijgt zal niet per definitie een gelijke uitkomst hebben. 

Gezinsachtergrond

Kinderen in een eenoudergezin of in een gezin met meer dan drie kinderen lopen een hoger risico om in armoede op te groeien. Werkloosheid in het gezin vergroot ook het armoederisico.

Ouderlijke opvoeding

Mensen die in armoede leven ervaren meer stress, wat een effect heeft op de opvoeding. Deze verminderde opvoedingsvaardigheden zijn echter een indirect gevolg van de armoede en niet de oorzaak. Hierdoor is het belangrijk opvoedingsondersteuning niet te verwarren met armoedebestrijding. Wat ook niet vergeten mag worden, is dat de associatie tussen ‘slechte ouders’ en ‘slecht ouderschap’ niet automatisch gemaakt mag worden. Deze gedachte draagt er aan bij dat ouders in armoede verantwoordelijk worden geacht voor de toekomstige armoede van hun kinderen. Hierdoor zullen ze bij voorbaat met een ‘deficit’ aanpak geconfronteerd worden. Deze aanpak richt zich op het ’tekort’ van het kind, waardoor het bij voorbaat al in een hokje geplaatst wordt.

Ontwikkelingskansen in de eerste levensjaren

Kinderen die in armoede opgroeien, hebben vaak voor de schoolleeftijd al een ontwikkelingsachterstand opgelopen. Deze achterstand blijkt ook vaak niet meer in te halen op het moment dat ze wel naar school gaan. Goede voorschoolse voorzieningen hebben positieve effecten voor zowel kinderen uit arme gezinnen als voor kinderen uit gegoede gezinnen. Hoewel de kinderopvang in Vlaanderen grotendeels betaalbaar is, ook voor gezinnen met een laag inkomen, blijkt dat het gebruik van kinderopvang erg ongelijk verdeeld is. Slechts één vijfde van de kansarme gezinnen, tegenover twee derde van de niet-kansarme gezinnen, maakt regelmatig gebruik van kinderopvang. Op het moment dat kinderen naar de kleuterklas gaan wordt er uitgegaan van een norm wat deze kinderen al moeten kunnen. Deze competenties zijn vaak enkel verworven door kinderen die naar de kinderopvang zijn geweest.

——————————————————————————————————————————————-

Meer lezen?