Armoede. Het schoolvoorbeeld van schaarste?

Dit artikel bespreekt armoede als schoolvoorbeeld van schaarste zoals uiteengezet in het boek “Schaarste. Hoe gebrek aan tijd en geld ons gedrag bepalen” van de auteurs Sendhil Mullainathan (Harvard economoon) en Eldar Shafir (Princeton psycholoog). Dit bouwt verder op hun argumentatie dat schaarste leidt tot tunnelvisie en een beperkte cognitieve bandbreedte, en hoe hierdoor een schaarsteval kan ontstaan. De auteurs bieden een nieuw perspectief op het menselijk gedrag in tijden van schaarste, en zo ook een nieuwe kijk op armoedebestrijding.

One cannot take a vacation from poverty.

Schaarste is manifest aanwezig in ons dagelijks leven: we diëten (gebrek aan voeding), we hebben het altijd druk (gebrek aan tijd), zijn vaak op zoek naar nieuwe mensen om te leren kennen (gebrek aan sociale contacten), … . De manier waarop we met deze vormen van schaarste omgaan worden steeds gekenmerkt door dezelfde dynamieken: tunnelvisie, jongleren, lenen, … . Het hebben van geld kan schaarste verzachten. We denken maar aan de hierboven vermelde voorbeelden: ocassioneel zondigen, op reis gaan, je aansluiten bij een nieuwe vereniging, …  vormen potentiële oplossingen. 

De redenering klopt ook vanuit de andere richting: iemand met weinig geld heeft minder tijd, minder sociale contacten en minder toegang tot gezond eten. De persoon in armoede heeft een ‘gebrek aan speling’, nl. heeft niet de mogelijkheid om er even met de pet naar te gooien, mentaal afstand te nemen: (extreme) armoede vormt een rechtstreekste bedreiging voor overleving. Armoede wordt vaak geassocieerd met falen: zo heeft wetenschappelijk onderzoek uitgewezen dat mensen in armoede relatief minder goede ouders zijn (Mullainathan & Shafir, 2013, 154). Dit is een rechtstreeks gevolg van de schaarste mindset, nl. de bandbreedte wordt constant belast zodat er minder energie en aandacht kan gaan naar de kinderen.

De constante cognitieve beperking weegt zwaar op mensen in armoede: ze slapen minder goed, hebben minder zelfcontrole en vertonen in grotere mate uitstelgedrag. Echter, falen is naast een gevolg ook een oorzaak van armoede. Mullainathan & Shafir (2013, 161) beschrijven dit treffend: “Als je mensen in armoede wil begrijpen, beeld je dan in dat je met je gedachten elders zit. Je hebt de nacht ervoor niet veel geslapen. Je hebt moeite om je gedachten geordend te krijgen. Zelf-controle is moeilijk. Je bent gemakkelijk afgeleid. En dit gevoel, dat heb je iedere dag voor ieder jaar.” Kortom, naast het materiële gebrek is er een zware mentale belasting.

Armoedebestrijding

Aan de hand van een voorbeeld uit de luchtvaart maakt Eldar Shafir in zijn Tedx Talk duidelijk dat een probleem oplossend vermogen sterk afhankelijk is van de invalshoek en de waardenopvattingen van de persoon die met een mogelijke oplossing komt aandraven.

 

[heading animation=”” type=3 border=”yes” weight=”normal”]

Eldar Shafir — Living under scarcity (Tedx Talk)[/heading]

Als een armoedeprogramma hoge uitvalcijfers/mislukkingen kent dan schrijft men dit vaak toe aan het gedrag van de persoon in kans armoede. Deze redenering ziet er vaak uit als “als hij/zij niet zijn best doet of zelfs niet de moeite neemt om op te dagen dan is de reden van falen voor de eigen rekening“. Echter, de waarom-vraag – waarom doet hij/zij zijn best niet of niet de moeite om op te dagen? – wordt zelden gesteld. Deze vraag gaat uit naar de toegankelijkheid en de meerwaarde van het armoedeprogramma. In plaats van een bevestiging te zien in vooroordelen over mensen in armoede zouden we immers ook kunnen stellen dat een programma dat niet werkt simpelweg een slecht design heeft: het is niet op maat van mensen in armoede gemaakt en daarom niet effectief. Vanuit dit denken slaagde Chapanis er in om een duurzame oplossing voor de de vliegtuig crashes te leveren; niet de piloten maar wel het design van de cockpits waren de oorzaak van de ongelukken.

Mullainathan en Shafir (2013, 173-180) benadrukken het belang van positieve impulsen op maat van mensen in (kans)armoede om in een programma/werking te stappen én te blijven. Over welke stimulansen spreken we dan? Een persoon in armoede – die vaak jongleert – zal in een programma blijven als hij/zij dit beschouwd als belangrijk én dringend, nl. het is een stimulans die zichtbaar is binnen de tunnelvisie. Een goed voorbeeld komt van So Schoar, professor economie op MIT, die een cursus basis financiën heeft samengesteld voor mensen in armoede met een kleine business. In plaats van alle boekenwijsheid in één cursus te verzamelen contacteerde ze de beste lokale ondernemers om te weten te komen wat de meest gebruikte en belangstrijke vuistregels waren die zij gebruikten. Dit vatte ze samen tot één cursus, die heel anders was dan haar klassieke doceermateriaal, en bood ze aan de doelgroep aan. Deze opleiding had een opmerkelijk hogere aanwezigheids- en tevredenheidsgraad.

Naast het succesvol aanpassen van het design op maat van de doelgroep vormen ‘reminders’ een tweede hulpmiddel om dingen in de tunnel te krijgen én houden. Zo slagen arme mensen er vaak niet in om systematisch te sparen; sparen is belangrijk maar niet dringend. Een proefproject in Bolivia, Peru en de Fillipijnen wees uit dat het uitsturen van een korte reminder – in de vorm van een sms of brief – op het einde van de maand er voor zorgde dat het spaargeld gemiddeld met 6% toenam.

———————————————————————————————————————————————————————

Meer lezen

Mullainathan, S. & Shafir, E.: Scarcity. Why Having Too Little Means So Much, 2014, Times Books Henry Holt and Company, New York, 288.