Duo-werkingen in Vlaanderen

Onderzoekers Bea Van Robaeys en Vicky Lyssens-Danneboom van het Expertisecentrum Krachtgericht Sociaal Werk van de Karel de Grote Hogeschool in Antwerpen zijn bezig met een tweejarig onderzoek rond duo-methodiek in Vlaanderen. Dit kadert binnen huidige trends naar vermaatschappelijking van de zorg en de realisatie van een participatiesamenleving. Hun onderzoeksvraag kan opgedeeld worden in drie componenten:

  • Welke duo-projecten bestaan in Vlaanderen en wat zijn hun typische kenmerken?
  • Wat zijn de uitkomsten van duo-werking voor deelnemers, vrijwilligers en de ondersteunende organisatie?
  • Wat bepaalt de werkzaamheid van een duo-werking? Wat zijn succes- en faalfactoren?

Het onderzoek is volop aan de gang. Een theoretisch kader rond de definitie van duo-methodiek en de verschillende typologieën, kan u hier lezen. De onderzoekers hanteren de volgende omschrijving:

Een duo-werking is een georganiseerde sociale interventie waarbij twee burgers (een vrijwilliger en een deelnemer) Ă©Ă©n-op-Ă©Ă©n aan mekaar gekoppeld worden, via tussenkomst van een (professionele) organisatie, om aan een al dan niet gearticuleerde ondersteuningsvraag van de deelnemer tegemoet te komen.

Vanuit een zoektocht via internet en een rondvraag bij partners van het onderzoeksproject werd een lijst opgesteld van 78 duo-werkingen in Vlaanderen. 55 organisaties reageerden op de web-enquête. Dit artikel geeft een samenvatting van de resultaten van de web-enquête waarmee het bestaande landschap van duo-werkingen in Vlaanderen in kaart werd gebracht.

Organisatie van duo-werkingen

De grote meerderheid van duo-werkingen (73%) beschrijft zichzelf als een “structureel verankerde deelwerking van een organisatie” of een “projectwerking”. Slechts bij 9% van de organisaties gaat het om een volwaardige professionele organisatie uitsluitend gericht op de duo-werking. Twee derde van de organisaties werkt samen met professionele hulpverleningsorganisaties, vooral OCMW, CAW, huisartsen en therapeuten.

De methodiek is nog jong in Vlaanderen, 70% van de organisaties bestaat minder dan vijf jaar. De meeste werkingen blijven eerder kleinschalig, slechts 1 op 5 heeft meer dan 50 vrijwilligers ter beschikking. De vrijwilligers zijn vaker vrouwelijk, een groot deel behoort tot de actieve bevolking tussen de 30 en 50 jaar. 67% van de organisaties geeft aan meer kandidaat deelnemers te hebben dan beschikbare vrijwilligers. De werving verloopt via een grote waaier aan kanelen, zoals mond-aan-mond reclame, websites, sociale media, campagnes, flyers, vrijwilligersbeurzen,… Bij 70% van de organisaties is het aantrekken van nieuwe vrijwilligers moeilijk.

Typologie van duo-werkingen

De bevraagde duo-werkingen zijn vooral actief binnen de domeinen welzijn (51%), en cultuur / vrije tijd / sport (55%). De doelgroep is erg gevarieerd; personen die psychisch kwetsbaar zijn, kansarmen en personen met een migratie-achtergrond komen het vaakst voor. De beoogde doelstellingen variëren van een relationele en affectief ondersteunende rol (“doorbreken van sociaal isolement”, “participatie verhogen”, “mensen versterken”, “zelfredzaamheid verhogen”), tot praktische of doelgerichte ondersteuning zoals bijvoorbeeld Nederlands oefenen of werk zoeken.

Het merendeel van de duo-werkingen (62%) benoemt de rol van de vrijwilliger als “bondgenoot” die, via het tot stand brengen van een duurzame vertrouwensrelatie, informele, sociale ondersteuning biedt met het oog op een afname van sociale isolatie en uitsluiting. 17% spreekt van een “coach”, waar de informele, sociale ondersteuning gericht is op het bereiken van bepaalde vooropgestelde doelstellingen. De resterende 21% definieert de vrijwilliger als “mentor” en stelt de vooropgestelde doelstellingen centraal binnen de relatie.

Methodische aspecten

Vrijwilligers en deelnemers ontmoeten elkaar gemiddeld meerdere keren per maand. Bij een derde van de duo-werkingen gaat het om vraag-gestuurde contacten, waarbij de frequentie vrij wordt beslist door de deelnemer en/of vrijwilliger.

Bijna 60% van de duo-werkingen hanteert een vrijwilligersprofiel voor de werving en selectie van vrijwilligers. Dit bevat persoonskenmerken (persoonlijke stabiliteit, voldoende draagkracht, voeling met de doelgroep), karaktereigenschappen en vaardigheden (open houding naar diversiteit/andersheid van deelnemers, sociaal, communicatief, empatisch, enthousiast,…) en verwachtingen naar motivatie, beschikbaarheid, loyauteit en leerhouding. Bij de grote meerderheid van organisaties vindt een mondeling intake-gesprek plaats om de geschiktheid van vrijwilligers in te schatten, en worden vrijwilligers soms geweigerd.

Duo-werkingen hechten veel belang aan een goede matching van vrijwilliger en deelnemer en hanteren hiervoor specifieke criteria. Overeenkomende interesses vormen hierbij het belangrijkste criterium, ook demografische kenmerken en woonplaats spelen mee. Gevormde relaties worden ook nauwlettend opgevolgd, in bijna de helft van de organisaties meteen na de eerste effectieve bijeenkomst van vrijwilliger en deelnemer. Dit gebeurt zowel telefonisch, via mail als persoonlijk, en kan bestaan uit vragenlijsten, een informeel gesprek, of beide. Tijdens het traject worden vrijwilligers blijvend ondersteund met voornamelijk (groeps)supervisie en intervisie. Desondanks komt uitval van vrijwilligers nagenoeg bij alle organisaties voor. Vaak voorkomende redenen hiervoor zijn: tijdsgebrek, gewijzigde levenssituatie, geen “klik” vinden met de deelnemer, en andere verwachtingen.

—————————————————————————————————————————

Meer lezen?

  • Duo-werkingen in Vlaanderen. Eerste tussentijds onderzoeksverslag (oktober 2016). Bea Van Robaeys & Vicky Lyssens-Danneboom, Expertisecentrum Krachtgericht Sociaal Werk, Karel de Grote Hogeschool