Plutocraten – Chrystia Freeland

Dit artikel geeft een samenvatting van het boek “Plutocraten. De opkomst van de superrijken en het achterblijven van de rest.” waarin de auteur Chrystia Freeland de lezer een kijkje laat nemen in de levensstijl en de mentaliteit van de ultrarijke klasse. In deze tijden waarin de rijken hun geld parkeren op exotische bestemmingen en de superrijken gewoon een eiland kopen en daar een belastingparadijs van maken, biedt dit boek stof tot reflectie.

Inleiding

In haar boek biedt de auteur een bijzondere kijk op het huidige kapitalisme. Dollarmiljardairs die in een eigen wereld leven, met huizen in meerdere wereldsteden, privéjets om van het ene continent naar het andere te hoppen, eigen tandartsen die wereldwijd de tanden van deze happy few verzorgen, eigen hobby’s zoals het opkopen van Europese voetbalclubs en feestjes die enkele miljoenen dollars kosten.

Freeland probeert te verklaren waar die nieuwe rijken vandaan komen. Globalisering, technologische evolutie en deregulering hebben bijgedragen tot de groeiende ongelijkheid. Niet alleen omdat ze een deel van de relatief goedbetaalde banen van de middenklasse overbodig maakten of verplaatsten naar lagelonenlanden, maar vooral omdat ze openingen schiepen voor super rijkdom.

Superrijken wisten de golf van grote veranderingen slim te bezeilen omdat ze met de juiste vaardigheden op het juiste moment op de juiste plaats waren. Maar evenzeer wisten ze met hun politieke connecties in een paar jaar tijd de privatisering van publieke bedrijven (Rusland, China) of het verwerven van monopolies (Mexico) te vertalen in immense rijkdom.

Het beste voorbeeld daarvan is de manier waarop de bankiers in westerse landen de deregulering van de geldsector wisten door te drukken. Freeland waarschuwt dat de enorme afstand tussen deze elite en de rest Marx alsnog gelijk kan geven: dat het kapitalisme zichzelf vernietigt.

In de afgelopen decennia heeft zich een nieuwe klasse gevormd: de superrijken. Het zijn hoog opgeleide en internationaal georiënteerde mannen en vrouwen die de belangrijkste aanjagers zijn van de globalisering en de technologische revolutie. Veelal ligt de nadruk op de situatie in Amerika, maar het boek laat geen plutocraat ter wereld onvermeld.

In veel westerse landen en in snel groeiende economieën als China en Rusland is met de groei van het aantal superrijken de inkomensongelijkheid enorm toegenomen. We realiseren het ons misschien niet, maar inmiddels komt het voor dat één procent van de bevolking meer dan de helft van het nationaal inkomen verdient. Door de grote economische macht van deze financiële elite is hun politieke invloed ook sterk toegenomen. De open uitwisseling van ideeën, mensen en goederen, die zo kenmerkend is voor de geglobaliseerde wereld, komt hierdoor sterk onder druk te staan.

1. De dubbele vergulde tijd.

Na de eerste industriële periode, bevindt de westerse wereld zich momenteel in een tweede of derde technologische revolutie. Tegelijkertijd beleven de opkomende markten in Azië, Latijns-Amerika en Afrika hun eerste revolutie aan een razend tempo dat te danken is aan de technologische vooruitgang. Dit noemt de auteur de dubbele vergulde tijd, naar analogie met de eerste vergulde tijd tijdens de vorige eeuw. Dubbel verguld vanwege de groei van de plutocratie in het Westen én in de nieuwe markten.

Zo zijn onder meer de landen van de voormalige Sovjet-Unie omgeschakeld van een systeem van centrale planning naar een marktstelsel. Al deze veranderingen hebben de levensstandaard van miljoenen mensen sterk verbeterd, maar scheppen vooral grenzeloze kansen voor personen met geld en macht. Niet zelden opent het geld de deuren van staatsapparaten die maar al te graag buitenkansen aanbieden aan the happy few.

Zo werden de superrijken, de hoogopgeleide mannen en vrouwen, de aanjagers van de globalisering en de technologische revolutie. De bovenste laag van de samenleving is in dit tijdperk van de dubbele vergulde tijd zeer succesvol, dit ten koste van de middenklasse, terwijl er voor de onderste lagen van de bevolking op de arbeidsmarkt weinig of niks wijzigt.

2. De cultuur van de plutocraten

We zouden ze kunnen omschrijven als een statenloze superklasse, die leeft van superdeals en voor wie de nationaliteit minder belangrijk is dan de herkomst van hun MBA of hun academische titels.   Veel belangrijker dan de geboorteplaats is de plaats en de school waar ze hun opleiding genoten en de contacten die ze daar reeds gelegd hebben.

Britse privéscholen tellen ettelijke Chinese, Russische en Oost-Europese studenten. Terwijl ze het Engels leren, de voertaal van de superelite, maken ze ook de juiste internationale vrienden, wat hen in hun verdere loopbaan van pas kan komen. De plutocraten vertoeven in hun eigen kringen, de superelite.

3. Filantro kapitalisme

Superrijken weten al geruime tijd dat liefdadigheid niet alleen in moreel opzicht bevredigend is, maar ook de maatschappelijke acceptatie vergemakkelijkt en de gulle schenker soms zelfs onsterfelijk maakt door zijn naam te verbinden aan een stichting of aan een universiteit, bibliotheek of cultuurhuis. Denk maar aan de Carnegiehall of de Nobelprijs.

Maar wat de huidige elite doet, gaat nog een stap verder. Ze schenken niet alleen aan goede doelen, ze steunen niet alleen bestaande instellingen, maar ze gebruiken hun rijkdom ook om nieuwe oplossingen voor grote problemen uit te testen.

Bill Gates noemt het creatief kapitalisme, hij bemoeit zich met het besteden van het geld dat hij schenkt, en heeft zo het denken over liefdadigheid veranderd, en soms ook het overheidsbeleid.

En zo komen we op het ingewikkelde verhaal waarbij kapitalisten hun geld gebruiken om politieke plannen te steunen die hun eigen zakelijke belangen verdedigen of de belangen van de plutocratie in het algemeen.

4. Plutocratie creëert supersterren

In het zog van plutocraten kunnen advocaten opklimmen tot ze een sterrenstatus bereiken. Briljante pleiters verdedigen de enorme economische belangen van hun rijke cliënten, kunnen zo hun gage optrekken en maken naam in elitaire kringen. Maar ook pakweg binnenhuisarchitecten en zelfs tandartsen kunnen deze beweging maken. Bernard Touati, een Marokkaans-Franse tandarts, vloog op vraag van een Russische oligarch geregeld over naar Moskou en verzorgt nu ook het gebit van bankiers en oliebaronnen.

Maar ook andere supersterren als Lady Gaga en Elton John strijken exuberante gages op voor een optreden tijdens een verjaardagsfeest van bedrijfsleiders. De grootste supersterren vormen echter de bankiers met hun wansmakelijke hoge lonen, bonussen Ă©n opzegvergoedingen.

Een diepgaande analyse van de allerhoogste inkomensgroep vertelt ons dat 18 procent van de plutocraten in 2005 een baan in de financiële sector had. In tijden van grote beursgenoteerde ondernemingen met talrijke wijdverspreide eigenaren en een directie die de tijd en kennis en deskundigheid ontbeert om invloed uit te oefenen op de werking van de onderneming, zijn de managers de echte supersterren. Veel minder zichtbaar dan de beroemde entertainers, vormen zij de grootste groep die de laatste decennia is veranderd van loontrekkenden tot multimiljonairs.

5. De dubbele loonkloof

Eind vorige eeuw, begin deze eeuw, maakten de steeds hogere CEO-salarissen de loonkloof almaar groter tussen de baas en de arbeider of het loonniveau van het administratief personeel. In de jaren zeventig verdienden CEO’s minder dan dertig keer meer dan het loon dat de gemiddelde werknemer verdiende.

In 2005 verdiende de baas gemiddeld 110 keer meer dan de doorsnee werknemer. Niet alleen de inkomensongelijkheid tussen de top en de rest van het bedrijf nam toe, ook die tussen de baas en zijn directe ondergeschikten. Tot begin van de jaren tachtig verdiende de hoogste baas ongeveer 40 procent meer dan de volgende twee best betaalde managers, aan het begin van deze eeuw verdiende hij tweeënhalf keer zoveel.

——————————————————————-

Meer leren?

Freeland, C. Plutocraten: De opkomst van de superrijken en het achterblijven van de rest, 2013, Nieuw Amsterdam

Nick Hanauer, TED talk – “Beware fellow plutocrats, the pitchforks are coming”